over zorgen
- arnekelders
- 27 nov 2024
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 14 feb
voor de tweede keer dit jaar springen de tranen in mijn ogen wanneer de pediater me zegt dat ons dochtertje moet worden opgenomen in het ziekenhuis. vorige keer bleek ze totaal onverwacht een longontsteking te hebben en waren we op geen enkel vlak voorbereid om in het ziekenhuis te blijven.
deze keer had ik onze zak al gemaakt en wist ik min of meer wat er op ons afkwam.
hel.
dat was wat er op ons af kwam.
ik wist dus dat ik me moest me schrap zetten voor:
verstoorde dutjes
wachtzalen
gebroken nachten om haar temperatuur te nemen, medicatie te geven en onderzoeken te doen
het gedoe met het verplaatsen van de staander waar de baxters aan hangen – en zij dus ook
de ‘horrorkamer’ = kamer waar sondes, wissers en andere foltertuigen worden gehanteerd
nagelbijtend hopen dat de koorts stopt – anders moet ze wéér naar de horrorkamer
het geschreeuw en de blik in haar ogen wanneer ik haar in een houdgreep moet houden bij ieder onderzoek
haar angst, het ineenkrimpen van haar lijfje wanneer de dokter/verpleging de kamer betreedt
het sterk blijven, maar wanneer ze slaapt compleet crashen in de badkamer
amper kunnen eten of slapen van de stress
onzekerheid, slopende en duistere onzekerheid
haar ontroostbaar gehuil
haar woedeaanvallen
machteloosheid
die ene norse verpleegster zonder inlevingsvermogen die op elke afdeling in elk ziekenhuis werkt – en waar ik toch altijd vriendelijk probeer tegen te blijven
de emoties van ons ander kindje
het gemis
ziekenhuiseten
en last but not least: de praktische rompslomp... welke spullen hebben we allemaal nodig? hoe moesten we weer de verzekering regelen? wanneer kan ik tanken? wat met ons ander kindje: wie haalt hem op? wie zorgt voor hem? wat gaat hij eten nu er net even geen warm eten op school te verkrijgen is? en oh nee het gaat sneeuwen!
als hsp beleef je dat wel allemaal op een dieper niveau, breekt je moederhart gemakkelijker en maak je je dubbel zoveel zorgen. alles komt harder binnen: de lichten van het ziekenhuis, het gehuil van andere kinderen op de afdeling, de emoties van je kind(eren). maar sowieso, hsp of niet, je kindje zien afzien is hels. het liefst van al zou je zijn/haar plaats innemen.
ondertussen is ze is aan de beterhand, en ik kan alleen maar dankbaar zijn dat er goed voor ons werd gezorgd, zowel door de mensen in het ziekenhuis, als door de mensen rondom ons. we hebben echt geluk. niet iedereen is zo goed omringd, niet iedereen mag na drie nachten naar huis, niet iedereen kan daarna weer ‘gewone’ dagen samen zijn met zijn/haar gezin. we hebben geluk.
hou ze vast
fragiel en klein
hou van ze met heel je zijn
Comments